
Column: Floor Rusman NRC Next
Verkoolde slavinken
Het begon allemaal met twee vegaburgers en een pak hagelslag. Ik was achttien en beleefde mijn eerste dag op mijn studentenkamer in Amsterdam. Als je 'hamburger op ciabatta' niet meerekent, had ik nog nooit gekookt. En juist op die dag kwam er een vriendin eten, niet zomaar een vriendin maar een vriendin die ik nog maar net kende en op wie ik indruk wilde maken. Bijkomende complicatie: ze was vegetarier. 'Hamburger op ciabatta' viel dus af. Twintig paniekerige minuten liep ik rond in mijn nieuwe, vreemde Albert Heijn, waar ik uiteindelijk met een bruin brood en twee vegaburgers weer uit te voorschijn kwam. De burgers bleken onvoldoende, gelukkig had ik nog een pak hagelslag. De nieuwe vriendin klaagde niet, maar ik schaamde me verschrikkelijk.
In de weken erna at ik verkoolde slavinken, kletsnatte spinazie en half rauwe aardappelen. Toen ontdekte ik dat koken niets voor mij was. Je moet je zwaktes omarmen als charmes, besloot ik. Voortaan hoorde het bij mijn persoonlijkheid dat ik niet kon koken. Het was een burgerlijke bezigheid die niet paste bij mijn nieuwe imago als bohemien die sigaretten rookte en wijn dronk tot de zon opkwam. Ik voedde me met magnetronpannenkoeken, soep uit blik en avocado's.
De dag dat het veranderde kan ik me nog goed herinneren. Ik at bij een vriendin die een gratin had gemaakt van prei en aardappelen: een simpel gerecht, maar vele malen lekkerder dan de avocado's die ik dagelijks leeglepelde. Ik vroeg om instructies en de weken erna maakte ik de schotel zelf. Elke avond.
Na de gratin volgde de courgettesoep. En de pasta met pittige saus en ricotta. Voor ik het wist stond ik voor mijn toenmalige schoonouders gevulde paprika's te maken. Ik ontdekte de geneugten van citroenschil, harissa en peterselie. Alles keek ik af bij vrienden, die op culinair gebied wel een ontwikkeling hadden doorgemaakt. En toen ontdekte ik: er bestaat niet zoiets als 'niet kunnen koken', net zoals er niet iets bestaat als 'niet op tijd kunnen komen'. Wie zoiets zegt, wil de moeite niet nemen te veranderen en meet zich graag een ongepolijst imago aan. Maar het is onzin. Koken is niet moeilijk, net zoals op tijd komen simpel bleek te zijn toen ik het eens probeerde. En de voordelen zijn eindeloos. Je eet lekker voor weinig geld, je komt tot rust - niets is kalmerender dan kijken naar sjalotjes die sissen in de olie - en het belangrijkst: je kunt mensen imponeren.
Voor een barbecue met collega's maakte ik onlangs mijn linzensalade, waarvan ik het recept clandestien had gekregen van een vriendin die werkte bij een luxe slagerij. De collega's, normaal gesproken beschaafde mensen, lieten de zakken tortillachips vallen en trokken de tupperwarebak met linzensalade uit elkaars handen. Mensen klampten me aan om naar de ingredienten te vragen. Mijn transformatie was voltooid: liep ik acht jaar eerder nog een voedselvergiftiging op door Euroshopper-kipsate uit de diepvries, nu wilden mensen mijn recept hebben.
Lees hier het recept.
Deze column is een gastbijdrage van Floor Rusman, redacteur en columnist van nrc.next. Ze schrijft over van alles, maar nooit over koken. Dat komt doordat ze zich in de culinaire wereld een dwerg voelt. Toch heeft ze speciaal voor potaatoo een uitzondering gemaakt.