1. Verwarm de oven voor op 150 graden. Bekleed de bakplaat (zo'n 40 x 30 cm.) met bakpapier.
2. Smelt de boter in een middelgrote pan met dikke bodem. Doe dit langzaam. De boter mag niet gaan bruinen. Roer als de boter gesmolten is de haver- en roggevlokken en de honing door de boter.
3. Neem de pan nu van het vuur. Voeg de bloem, het bakpoeder, de (in totaal) 50 gram sesam-en maanzaad en het zout toe en roer. Voeg vervolgens 100 ml. kokend water toe. Meng het geheel grondig.
4. Schep de plakkerige massa op de bakplaat en druk hem plat uit met twee nat gemaakte handen, of -gemakkelijker- een deegschraper. Zorg dat de hele bakplaat gevuld is. Bestrooi met het lijnzaad, maanzaad en de roggevlokken. Duw deze zaden en vlokken even aan met je handpalmen.
5. Bak de plak deeg in 30-35 goudbruin in het midden van de oven. Laat helemaal afkoelen.